Tegenwoordig hoor ik mensen heel vaak zeggen dat zij dingen willen of moeten(!) loslaten. Als ik dan vraag wat ze precies willen of moeten loslaten dan gaat het vaak om bepaald gedrag. Ondertussen weten we dat gedragsverandering niet zo makkelijk is en dat dit een taai proces kan zijn. Waarom is gedragsverandering zo moeilijk en welke barrières komen we tegen bij gedragsverandering en het loslaten van bepaald gedrag? We komen hiermee op het terrein van de ontwikkelingspsychologie.
Ontwikkelingspsychologie; totstandkoming persoonlijkheid
In de Westerse ontwikkelingspsychologie gebruiken we nog veel de kennis van Jung en Freud. De ontwikkelingspsychologie van het kind staat hierin centraal. De totstandkoming van Ego, Superego (de normerende instantie in ons; vaak geduid als criticaster), het Es (reservoir van impulsen) en het (collectieve) Onderbewuste zijn bepalende onderdelen in deze ontwikkelingspsychologie.
Als gevolg van enerzijds ons DNA en anderzijds onze opvoeding, cultuur, waarden en normen, geloofsovertuigingen, omgeving en tijdsdimensie, ontwikkelen we een persoonlijkheid.
Door middel van voorbeeldgedrag, waarden en normen, belonen en straffen en ervaringen leren we wat oké is en wat niet oké is. Als gevolg hiervan ontwikkelen we een persoonlijkheid die de wereld in tweeën deelt; goed of fout. Hoe moet ik zijn en hoe mag ik niet zijn.
De wereld van tegenstellingen is geboren; de onontkoombare dualiteit is gecreëerd. Doordat dit al op hele jonge leeftijd gebeurt is het bewustzijn van dit proces niet aanwezig; de hersenen zijn hier ook nog onvoldoende voor ontwikkeld. Het kind weet dus niet anders en dit is voor hem of haar “normaal” (de norm) en er is geen besef (bewustzijn) van dit patroon in het kind en later in de volwassene.
Als gevolg van deze gecreëerde dualiteit, het één of het ander, worden bepaalde gedachten en denkpatronen geactiveerd die op hun beurt weer lichaamspatronen activeren die bepalend zijn voor het gedrag en de beleving van de persoon(lijkheid).
De persoonlijkheid is in-gewikkeld in bepaalde denkpatronen en hierdoor beperkt in staat om vanuit vrijheid te leven. Als we dus gedragsverandering willen of patronen willen loslaten dan gaat het eigenlijk om het loslaten van bepaalde denkpatronen! Dit geeft precies aan waarom gedragsverandering zo een taaiproces is; denkpatronen gaan immers razendsnel en zetten het lichaam automatisch en meteen in werking; je hebt het gedaan voordat je het weet.
Persoonlijkheids-ont-wikkeling
Als we dus gedragsverandering willen dan hebben we bewustzijn nodig als instrument om deze geautomatiseerde denk- en gedragspatronen te herkennen, erkennen en hierdoor te transformeren. We moeten aan de slag gaan met de gecreëerde persoonlijkheid door de persoonlijkheid uit de wikkels te halen (persoonlijkheids-ont-wikkeling) waarin hij is ingewikkeld.
Deze persoonlijkheidsontwikkeling loopt via het bewustwordingsproces vaak in de volgende stappen:
- onbewust-onbekwaam
- bewust-onbekwaam
- bewust-bekwaam
- onbewust-bekwaam.
De vier stappen; Schaduwwerk
Het zijn stappen die werken aan de integratie van de schaduwzijde. De schaduwzijde is die kant van de persoonlijkheid die we niet in onszelf toestaan of afwijzen.
Aan de hand van onderstaand voorbeeld kunnen we kijken hoe de schaduwzijde tot stand komt en waarom het zo belangrijk is om “schaduwwerk” te doen. Ik zal hieronder tijdens de vier stappen hierbij gebruik maken van één voorbeeld maar het geldt voor alle gedachten en denkpatronen over jezelf!
Onbewust-onbekwaam
Als we tijdens onze opvoeding bijvoorbeeld geleerd hebben om vooral dienstverlenend naar anderen te zijn, altijd beschikbaar, klaar te staan voor anderen dan hebben we hier impliciet (vaak onbewust) mee geleerd dat tijd maken voor jezelf, jouw behoefte(n) leidend laten zijn in jouw keuze wat wil je wilt gaan doen, pas kan nadat je anderen hebt geholpen. Het voor jezelf zorgen is hiermee in de schaduwzijde gezet. Dat is die kant van de persoonlijkheid die je niet vanzelfsprekend kiest omdat jij hebt geleerd om eerst voor de ander te zorgen. Het is de kant hoe je als persoon niet wilt of mag zijn. Vaak hebben je ouders of andere belangrijke mensen in jouw opvoeding je dit verteld of geleerd, maar deze externe stem heb je geïnternaliseerd en die is jouw normerende instantie (Super-ego) die je denken, gedrag en handelen bepaalt. Vaak ben je in eerste instantie onbewust van dit patroon want het is voor jou vanzelfsprekend om niet voor jezelf te kiezen; de fase van onbewust- onbekwaam.
Op een bepaald moment merk je dat dit patroon gaat knellen of niet meer functioneel is omdat alle energie wordt weggegeven aan de ander waardoor je niet meer in contact bent met eigen behoeften. Dat leidt vaak tot interne spanning en/of uitputting. De accu wordt leeggetrokken en er vindt geen opladen meer plaats. Dit kan leiden tot een grote mate van vermoeidheid, totaal uitgeput raken en/of burn-out. Op dat moment wordt je je vaak bewust van het patroon dat je al je tijd aan anderen hebt gegeven en niet meer tijd en ontspanning aan jezelf hebt gegeven. Dit is een cognitief inzicht in het patroon. Je komt dan in de fase van bewust-onbekwaam.
Bewust-onbekwaam
Deze fase is vaak heel vervelend omdat je je wel bewust bent van het patroon maar je merkt dat je toch op de automatische piloot weer eerst de tijd aan anderen geeft. Je ziet het dan pas achteraf als je het weer hebt gedaan. Vaak veroordelen mensen zichzelf dan in de trant van: “Doe ik het weer!”. Er is dus meer voor nodig dan alleen maar het inzicht! Geleidelijk ga je jouw patronen meer in het moment herkennen waardoor je de ruimte hebt om het echt bewust anders te doen.
Je komt dan bij de belangrijkste stap; de stap naar bewust-bekwaam.
Bewust-bekwaam
Deze fase vraagt dat je bewust gaat oefenen met het nieuwe gedrag. In dit voorbeeld: eerst even nee zeggen als mensen om hulp vragen in plaats van je oude automatische patroon te volgen. Je moet leren aanvoelen in je lichaam of je genoeg energie hebt om de ander te helpen. En op zoek gaan naar je eigen behoefte op dat moment. In deze fase kom je een aantal valkuilen tegen.
Als eerst voelt het nee zeggen, of even uitstellen van het antwoord, vreselijk “verkeerd” omdat je gewend bent altijd beschikbaar te zijn. Dat gaat tegen jouw gevoel in om er altijd voor de ander te zijn. Het roept een bepaalde spanning op in jouw lichaam en vaak komt het ook moeilijk uit je keel want je bent dit niet gewend.
Daar komt bij dat wij als mens graag spanningen reduceren/vermijden en dat betekent dat terug stappen in het oude patroon op de loer ligt want dat voelt vertrouwd en levert geen spanning/stress op.
Ik zeg in deze fase wel eens; hoe “verkeerder” het voelt hoe beter je in het ontwikkelpunt zit! Je bent immers aan het oefenen met een nieuw patroon wat je nog niet kent en dat moet je heel bewust doen. Vergelijk het met leren autorijden waarbij je in het begin ook iedere handeling heel bewust en zorgvuldig moet oefenen. Als we in staat zijn deze fase meerdere keren goed te doorlopen dan wordt in de hersenen een pad aangelegd dat je in staat stelt voor jezelf te kiezen, je eigen behoefte te voelen en te mogen vervullen. Je staat dus niet meer altijd meteen klaar voor de ander. Op het moment dat je deze vaardigheid (als gevolg van een gewijzigd denkpatroon) ontwikkelt, kom je in de fase terecht van onbewust- bekwaam.
Onbewust-bekwaam
De fase waarin je vanzelfsprekend bij een verzoek om hulp van de ander je eigen behoefte, energie etc. afweegt in relatie tot de vraag om hulp van de ander. Je kunt dan bewust een keuze maken wat je wilt en je volgt niet meer automatisch het “oude” patroon. Je ervaart een bewustzijnsruimte tussen stimulus en respons en dit maakt dat je een bewuste keuze kunt maken of je de ander wilt helpen of dat je eerst voor jezelf wilt zorgen. Deze bewuste keuze gebeurt automatisch; je hebt het bewustzijn in het moment geactiveerd. Of zoals in de metafoor van de auto je stapt in en rijdt gewoon weg zonder bewust iedere stap te moeten zetten omdat je alles geleerd hebt.
Tijdens het leiderschapsprogramma Power of Presence werken wij met de deelnemers aan de verdergaande integratie van de Schaduwzijde. Hierdoor ervaren zij veel rust en een enorme vergroting van de eigen autonomie.